Sociaal verhaal 3: Fouten maken
- Gert de Heus

- 10 jan 2023
- 1 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 19 jul
Ik wil graag dingen goed doen.Ā Ā
Ik probeer altijd mijn best te doen. Soms ben ik bang om fouten te maken. Dat voelt ongemakkelijk. Ik wil dat alles perfect gaat.
Op een dag ging ik voetballen met mijn vrienden.Ā Ā
Ik houd van voetbal. Toch was ik bang om te falen. Ik dacht: āWat als ik iets fout doe?ā Daarom durfde ik bijna niet mee te doen.
Mijn vrienden merkten dat ik stil was.Ā Ā
Ze vroegen of alles goed ging. Ik vertelde dat ik bang was om fouten te maken. Mijn vrienden zeiden: āIedereen maakt fouten. Dat is normaal.ā Ze legden uit dat fouten ons helpen om te leren.
Ik besloot mee te doen.Ā Ā
Ik maakte fouten. Soms trapte ik de bal mis. Mijn vrienden bleven positief en moedigden me aan. Dat voelde fijn. Ik begon beter te spelen. Ik voelde me zekerder.
De volgende dag had ik een toets op school.Ā Ā
Ik dacht terug aan het voetballen. Ik wist: fouten maken hoort erbij. Dat hielp me ontspannen. Ik deed mijn best en haalde een mooi resultaat.
Fouten maken helpt mij groeien.Ā Ā
Ik leer door fouten te maken. Ik hoef niet altijd perfect te zijn. Als ik probeer en oefen, leer ik iets nieuws. Mijn vrienden en ik maken allemaal fouten, en dat is okƩ.




Opmerkingen