Sociaal verhaal 9: Balans tussen praten en luisteren

Ik leer te luisteren en te praten in gesprekken

Soms praat ik graag over wat ik denk of voel.

Dat is oké. Het is fijn om dingen te delen. Maar ik merk dat ik niet altijd luister naar wat anderen zeggen. Dan begrijpen we elkaar niet goed.

Ik kan leren om eerst te luisteren.

Als ik iemand ontmoet, luister ik naar wat de ander zegt. Ik wacht tot die persoon klaar is. Dan mag ik iets terugzeggen.

Door te luisteren leer ik meer over de ander.

Ik hoor wat iemand denkt, voelt of heeft meegemaakt. Dat helpt mij om beter te begrijpen wat belangrijk is voor die persoon.

Op school probeer ik ook goed te luisteren.

Als mijn leraar iets uitlegt, let ik goed op. Soms stel ik een vraag over wat ik net hoorde. Dat helpt mij om beter te leren.

Ik merk dat gesprekken fijner worden.

Als ik luister en daarna praat, voelen mensen zich gehoord. Ze praten dan ook liever met mij. Zo worden onze gesprekken sterker.

Ik mag oefenen met luisteren.

Dat lukt niet altijd meteen. Maar elke keer dat ik luister, doe ik iets goeds voor de ander en voor mezelf.

Luisteren is belangrijk in sociale situaties.

Het helpt mij om vrienden te maken en samen te leren. Praten én luisteren horen allebei bij een goed gesprek.