Sociaal verhaal 1: Op reis met het openbaar vervoer

Soms maak ik met mijn familie een uitstapje. Op een dag besloten we om naar de stad te gaan. We gingen naar een museum. Ik was blij, want ik houd van musea. Ik voelde ook een beetje spanning, omdat we met de trein en bus zouden reizen.

Mijn vader hielp met de voorbereidingen. Hij zocht uit hoe laat de trein en bus zouden vertrekken. Hij maakte een reisplan. Het plan liet zien waar we naartoe gingen en hoe we daar zouden komen. We bekeken het samen. Dat hielp mij om te begrijpen wat we zouden doen.

Op de dag van de reis vertrokken we vroeg. Vroeg vertrekken betekent dat we rustig aan kunnen doen. Ik kreeg een kaartje waarop stond hoe onze reis zou verlopen. Mijn vader liet mij zien hoe we naar het juiste perron moesten lopen. Hij vertelde welke trein we moesten nemen. Het was fijn om dit te zien en te horen.

Op het station kochten we kaartjes. Mijn vader vertelde dat we naar een automaat gingen om kaartjes te kopen. Ik vond dit spannend, maar mijn vader zou helpen. Hij deed het samen met mij. Daarna gingen we naar het perron. Ik ging samen met mijn familie in de trein zitten.

In de trein gaf mijn vader uitleg. Hij zei waar we eruit moesten en welke bus we daarna zouden nemen. Het was fijn dat alles goed geregeld was. Ik wist precies wat we gingen doen.

Bij het museum had ik een leuke tijd. Ik was trots op mezelf. Ik had goed meegedacht en meegedaan. Nu weet ik dat reizen met het openbaar vervoer goed kan gaan als ik me voorbereid en hulp krijg.