top of page

Effectief Omgaan met Onverklaarde Lichamelijke Klachten (OLK) bij Autisme: Praktische Strategieën en Inzichten

ree

Het leven met autisme brengt unieke uitdagingen met zich mee, vooral als het gaat om het omgaan met onverklaarde lichamelijke klachten (OLK). Deze klachten, zoals chronische pijn, vermoeidheid en duizeligheid, kunnen een grote impact hebben op het dagelijks leven. Voor mensen met autisme is het vaak nog complexer om met deze klachten om te gaan, vanwege hun unieke manieren van prikkelverwerking, communicatie en stressregulatie.


In dit blog verkennen we waarom OLK en autisme vaak hand in hand gaan en bieden we praktische strategieën om deze klachten beter te begrijpen en te managen.

Omgaan met onverklaarde lichamelijke klachten bij autisme

Onverklaarde lichamelijke klachten (OLK) – zoals chronische pijn, vermoeidheid, buikklachten of duizeligheid – zijn lichamelijke symptomen waarvoor artsen geen duidelijke medische oorzaak vinden. Ze komen vaker voor dan veel mensen denken en kunnen een grote impact hebben op het dagelijks leven. Voor mensen met autisme kan het omgaan met deze klachten extra complex zijn door unieke manieren van prikkelverwerking, communicatie en stressregulatie.

Waarom OLK en autisme elkaar vaak raken

Uit onderzoek en ervaringsverhalen blijkt dat mensen met autisme bovengemiddeld vaak lichamelijke klachten ervaren die (deels) onverklaard blijven. Daar zijn verschillende redenen voor:

  • Andere prikkelverwerking: Over- of ondergevoeligheid voor zintuiglijke prikkels kan ervoor zorgen dat signalen uit het lichaam anders worden waargenomen. Pijn kan intenser voelen of juist minder snel worden opgemerkt.

  • Stress en overprikkeling: Drukte, sociale interacties of sensorische overbelasting kunnen leiden tot spanning in het lichaam. Hoofdpijn, spierpijn of maagklachten fungeren dan als een soort alarmsysteem dat aangeeft dat het te veel wordt.

  • Communicatie met zorgverleners: Het benoemen van klachten en hun context kan lastig zijn, zeker als het gaat om subtiele of wisselende symptomen. Hierdoor is er soms minder snel een passende aanpak.

Mensen met autisme kunnen extra gevoelig zijn voor lichamelijke signalen en prikkels, waardoor onverklaarde lichamelijke klachten soms heftiger worden ervaren of langer aanhouden. Chronische pijn – bijvoorbeeld in spieren, gewrichten of het hoofd – kan ontstaan of verergeren door langdurige spanning, overprikkeling of een verstoord slaappatroon. Ook chronische vermoeidheid komt geregeld voor: niet alleen als gevolg van lichamelijke inspanning, maar ook door mentale belasting en sensorische overprikkeling die veel energie vragen. Buik-, maag- en darmklachten, zoals prikkelbare darm, opgeblazen gevoel of misselijkheid, worden bij autisme soms getriggerd door stress, veranderingen in routine of voedingsgevoeligheden. Het herkennen van patronen tussen klachten, activiteiten en prikkelniveaus kan helpen om deze klachten te begrijpen en beter te managen.

Daarnaast zijn er andere klachten die vaker voorkomen en voor grote impact kunnen zorgen, zoals onverklaard oorsuizen (tinnitus), duizeligheid, benauwdheid of zelfs uitvalverschijnselen. Voor iemand met autisme kunnen deze ervaringen extra ontregelend zijn, zeker als ze onverwacht optreden of samengaan met prikkelrijke situaties. Doordat het soms lastig is om veranderingen in het lichaam te beschrijven of te duiden, kan de zoektocht naar passende hulpverlening langer duren. Een gestructureerde aanpak – met duidelijke registratie van klachten, triggers en herstelmomenten – helpt niet alleen bij het vinden van verlichting, maar geeft ook zorgverleners meer inzicht in hoe lichamelijke signalen samenhangen met de unieke manier waarop iemand met autisme prikkels verwerkt.

De vicieuze cirkel doorbreken

In het boek Omgaan met onverklaarde lichamelijke klachten wordt uitgelegd dat klachten vaak in stand worden gehouden door een combinatie van biologische, psychologische en sociale factoren. Bij autisme spelen daarbovenop specifieke uitdagingen:

Uitdager

Hoe het werkt bij OLK

Extra dimensie bij autisme

Stress

Verhoogt spierspanning, beïnvloedt slaap en energie

Overprikkeling kan sneller optreden en langer doorwerken

Gedachten

Piekeren of catastroferen kan klachten versterken

Detailgericht denken kan zorgen voor langdurig focussen op klachten

Gedrag

Vermijden of juist over je grenzen gaan

Moeite met inschatten van grenzen door wisselende prikkelbelasting

Praktische strategieën

  1. Leer je lichaamstaal kennen: Houd een prikkel- en klachtendagboek bij. Noteer activiteiten, prikkelniveau en lichamelijke signalen. Zo ontdek je patronen en kun je eerder ingrijpen.

  2. Plan herstelmomenten in: Wacht niet tot je uitgeput bent. Bouw vaste rustmomenten in, ook op goede dagen.

  3. Communiceer concreet met zorgverleners: Schrijf vooraf op wat je wilt bespreken. Benoem zowel de klacht als de context (bijvoorbeeld: “Na een drukke dag met veel geluid kreeg ik hoofdpijn en misselijkheid”).

  4. Werk aan balans tussen doen en rusten: Stapsgewijze activiteitenopbouw helpt om conditie te verbeteren zonder overbelasting.

  5. Gebruik je steunnetwerk: Betrek naasten bij het herkennen van signalen van overprikkeling of lichamelijke stress.

Omgaan met onverklaarde lichamelijke klachten (OLK) vraagt om een combinatie van zelfzorg, gedragsaanpassingen en het inschakelen van de juiste ondersteuning. Belangrijke pijlers zijn:

  • Blijf in beweging: Regelmatige, lichte fysieke activiteit helpt je conditie op peil te houden en spierspanning te verminderen.

  • Balans tussen rust en activiteit: Plan je dag zo dat je niet over je grenzen gaat, maar ook niet alles vermijdt.

  • Let op je gedachten: Negatieve of angstige gedachten kunnen klachten versterken. Cognitieve gedragstechnieken of mindfulness kunnen helpen om hier anders mee om te gaan.

  • Emotionele steun zoeken: Praat met vrienden, familie of een lotgenotengroep. Gevoelens delen kan opluchten en isolatie tegengaan.

  • Professionele begeleiding: Een huisarts, psycholoog of fysiotherapeut kan samen met jou kijken naar een behandelplan dat zich richt op het verminderen van de gevolgen van de klachten, ook als de oorzaak onduidelijk blijft.

  • Realistische doelen stellen: Richt je op wat wél mogelijk is, en vier kleine successen.

Het doel is niet altijd om de klachten volledig weg te nemen, maar om je kwaliteit van leven te verbeteren en de klachten minder bepalend te laten zijn voor je dagelijks functioneren.

Vooroordelen, meningen en aannames

Een hardnekkige misvatting over onverklaarde lichamelijke klachten (OLK) is dat ze “wel psychisch zullen zijn” als er geen duidelijke medische oorzaak gevonden wordt. In werkelijkheid is het veel genuanceerder: lichamelijke en psychologische processen beïnvloeden elkaar, maar dat betekent niet dat de klachten verzonnen of uitsluitend “tussen de oren” zijn. Er zijn vaak wél meetbare veranderingen in het zenuwstelsel of de prikkelverwerking, alleen kunnen die nog niet altijd volledig in medische diagnoses worden gevangen. Een positieve benadering is om te erkennen dat OLK echt zijn, dat ze het dagelijks leven beïnvloeden én dat erkenning de eerste stap is naar passende ondersteuning.


Ook het idee dat OLK “uiteindelijk altijd wel medisch verklaard worden” klopt niet helemaal. De medische wetenschap ontwikkelt zich voortdurend, maar bij veel mensen blijft een concrete lichamelijke oorzaak uit, zelfs na uitgebreid onderzoek. Dat betekent echter niet dat verbetering onmogelijk is: veel klachten hangen samen met ontregelingen in het brein, het stresssysteem en de manier waarop het lichaam signalen verwerkt. Door te kijken naar beïnvloedbare factoren – zoals balans tussen rust en activiteit, stressreductie en het omgaan met prikkels – kan de kwaliteit van leven aanzienlijk verbeteren, ook zonder sluitend medisch label.


Ten slotte is er het onjuiste beeld dat onverklaarde klachten “aanstellerij” zijn of vanzelf verdwijnen als je ze negeert. OLK komen juist vaak voor – bij de huisarts blijft 30 tot 50% van de klachten onverklaard – en kunnen hardnekkig zijn. Ze hebben net zoveel recht op aandacht en zorg als klachten met een duidelijke diagnose. Door te begrijpen dat ze voortkomen uit echte lichamelijke processen, en niet uit toneelspel of overdreven gedrag, ontstaat ruimte voor begrip, samenwerking en effectieve strategieën om ermee om te gaan. Dat perspectief geeft hoop én praktische mogelijkheden voor herstel of verlichting.


Het biopsychosociaal model

Mensen met onverklaarde lichamelijke klachten willen vaak weten waarom juist zij getroffen worden, waarom de klachten op een bepaald moment ontstaan en waarom ze blijven bestaan. Het biopsychosociaal model geeft hier antwoord op: een samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren bepaalt iemands kwetsbaarheid, het ontstaan en het voortduren van de klachten. Kwetsbaarheidsfactoren zijn onder meer genetische aanleg, persoonlijkheidskenmerken, ingrijpende jeugdervaringen en de kwaliteit van gehechtheid. Uitlokkende factoren kunnen biologisch (zoals een infectie of operatie), psychologisch (zoals langdurige somberheid) of sociaal (zoals relatiebreuk) zijn. In standhoudende factoren, zoals chronische stress, verhoogde spierspanning, een overgevoelig brein, negatieve gedachten en leefstijlpatronen, krijgen in behandelingen vaak de meeste aandacht, omdat juist deze het best te beïnvloeden zijn.


Onverklaarde lichamelijke klachten hebben een brede impact: ze kunnen het lichaam verzwakken, spierspanning verhogen en bijwerkingen van medicatie geven, maar ook het denken en voelen beïnvloeden met concentratieproblemen en emoties als angst, somberheid of boosheid. Ze bemoeilijken vaak werk, sociale contacten en relaties, en leiden tot gedragspatronen zoals over je grenzen gaan, klachten vermijden of hardnekkig op zoek blijven naar een medische oplossing. Deze reacties kunnen de klachten in stand houden, waardoor behandelingen zich vaak richten op het doorbreken en beperken van deze gevolgen.


Onverklaarde lichamelijke klachten zijn écht en verdienen erkenning – ook als er geen medische verklaring is. Voor mensen met autisme is het extra belangrijk om de link te leggen tussen prikkelverwerking, stress en lichamelijke signalen. Door bewust te luisteren naar je lichaam, patronen te herkennen en helder te communiceren, kun je stap voor stap meer grip krijgen op je gezondheid en welzijn.


Theoretisch kader voor onverklaarde/aanhoudende lichamelijke klachten

Onverklaarde of aanhoudende lichamelijke klachten (OLK/ALK) worden het best begrepen binnen een biopsychosociaal kader waarin biologische, psychologische en sociale factoren elkaar wederzijds beïnvloeden. Classificaties verschoven van “somatisch onvoldoende verklaard” naar de nadruk op lijdensdruk en functioneren, zoals in DSM‑5 (Somatic Symptom Disorder) en ICD‑11 (Bodily Distress Disorder), wat de focus legt op impact in plaats van op afwezigheid van een somatische oorzaak (Engel, 1977; American Psychiatric Association, 2013; World Health Organization, 2019).

Biologische en neurofysiologische mechanismen

  • Centrale sensitisatie: Verhoogde prikkelverwerking in het centrale zenuwstelsel vergroot pijn en andere sensaties en kan klachten laten voortbestaan zonder (voldoende) perifere weefselschade (Woolf, 2011).

  • Predictieve verwerking en interoceptie: Het brein integreert onzeker lichamelijk signaal met verwachtingen; bij hoge dreigingsverwachting kan dezelfde input als “klacht” worden geïnterpreteerd en versterkt (Van den Bergh, Witthöft, Petersen & Brown, 2017).

  • Stressfysiologie: Chronische stress en allostatische belasting ontregelen HPA‑as en autonoom zenuwstelsel, wat somatische sensaties en uitputting kan onderhouden (McEwen, 1998).

Cognitieve en gedragsmodellen

  • Fear‑avoidance: Catastroferende gedachten leiden tot angst, hypervigilantie, vermijding en deconditionering; dit vergroot beperkingen en pijngevoeligheid (Vlaeyen & Linton, 2000).

  • Avoidance‑endurance: Naast vermijding bestaat “doordrukken” over de grens; beide strategieën houden klachten en terugval in stand (Hasenbring & Verbunt, 2010).

  • Ziektepercepties en aandacht: Disfunctionele opvattingen (bijv. fragiel lichaam, oncontroleerbare klachten) en aandachtbias naar sensaties versterken symptomatische ervaring (Rief & Broadbent, 2007).

Sociale en zorgcontext

Interactie met omgeving en zorgsysteem beïnvloedt beloop: rolverwachtingen, werkbelasting, validatie en iatrogene factoren (overdiagnostiek/medische shopping) kunnen klachten bestendigen of verminderen. Functionele somatische syndromen delen overlappende mechanismen en profielen, wat pleit voor transdiagnostische benaderingen (Henningsen, Zipfel & Herzog, 2007).

Implicaties voor behandeling

  • Psycho‑educatie en gezamenlijke uitleg binnen het biopsychosociale model, gericht op normaliseren van sensaties en vermindering van dreigingsinterpretaties.

  • Evidence‑based psychologische interventies: CGT en aanverwante benaderingen verminderen klachtenlast en verbeteren functioneren; meta‑analyses tonen kleine tot middelgrote effecten bij OLK (van Dessel et al., 2014). Emotional Awareness and Expression Therapy laat effecten zien bij gecentraliseerde pijn (Lumley & Schubiner, 2019), en Pain Reprocessing Therapy toonde klinisch relevante pijnreductie bij chronische lage‑rugpijn (Ashar et al., 2021).

  • Gedoseerde activatie en reconditionering: Graded activity en pacing doorbreken zowel vermijding als doordrukken en herstellen belastbaarheid, bij voorkeur geïntegreerd met cognitieve interventies (Vlaeyen & Linton, 2000).

  • Stepped en collaborative care in de eerste lijn met consistente boodschap en beperkte, doelgerichte somatische diagnostiek voorkomt medical shopping en ondersteunt duurzaam zelfmanagement (Henningsen, Zipfel & Herzog, 2007; van Dessel et al., 2014).

OLK/ALK ontstaan en blijven bestaan door een dynamische wisselwerking van sensitisatie, voorspellende breinprocessen, stressfysiologie, cognities/gedrag en sociale context. Transdiagnostische, stapsgewijze zorg die educatie, cognitief‑gedragsmatige interventies en gedoseerde activatie combineert, heeft de beste papieren om klachtenlast te verminderen en functioneren te herstellen (Engel, 1977; van Dessel et al., 2014; Lumley & Schubiner, 2019; Ashar et al., 2021).

Opmerkingen


Laat een eenmalige donatie achter en krijg toegang tot exclusieve blogs en programma's.
bottom of page