Stichting Uit met Autisme dient klacht in tegen Plopsa Indoor Coevorden wegens vermeende discriminatie
- Gert de Heus

- 25 okt
- 2 minuten om te lezen

Stichting Uit met Autisme heeft een klacht ingediend bij het College voor de Rechten van de Mens tegen Plopsa Indoor Coevorden. De stichting stelt dat het attractiepark volwassenen met autisme discrimineert door hen te verplichten een begeleider mee te nemen wanneer zij gebruik willen maken van een prikkelarme wachtrij. Bovendien moet voor deze begeleider entree worden betaald, terwijl dat niet geldt voor begeleiders van rolstoelgebruikers of blinde bezoekers.
Romano Sandee, directeur van de stichting, noemt de maatregel een aantasting van de autonomie van volwassenen met autisme. āAls je twintig bent en zelfstandig functioneert, is het onlogisch dat je verplicht een begeleider moet meenemen,ā aldus Sandee. Hij benadrukt dat het gebruik van een prikkelarme wachtrij juist een belangrijke manier is voor mensen met autisme om op een rustige manier van een dagje uit te genieten.
Plopsa stelt in een schriftelijke reactie dat veiligheid voorop staat: āWij hechten veel waarde aan een veilige en prettige ervaring voor al onze bezoekers. We staan open voor argumenten en denken graag mee over verbeterpunten.ā De klacht wordt donderdag behandeld door het College voor de Rechten van de Mens in Utrecht.
Volgens Sandee is de juridische stap noodzakelijk geworden na eerdere pogingen om het beleid van Plopsa en andere parken informeel te laten aanpassen. āHet gaat niet om luxe of voorrang, maar om gelijke toegang en autonomie,ā stelt hij.
Bron: Stichting Uit met Autisme, Plopsa Indoor Coevorden, Nederlandse Vereniging voor Autisme
Theoretisch kader: Gelijke behandeling en autonomie binnen inclusieve vrijetijdsbesteding
Het conflict tussen Stichting Uit met Autisme en Plopsa Indoor Coevorden raakt aan fundamentele juridische en ethische principes binnen het mensenrechten- en discriminatierecht. Centraal staat het recht op gelijke behandeling zoals vastgelegd in artikel 1 van de Grondwet en in de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ). Deze wet verbiedt onderscheid op basis van beperking, tenzij er sprake is van objectieve rechtvaardiging.
Daarnaast speelt het concept van autonomie een belangrijke rol. Volgens de Capability Approach ontwikkeld door econoom Amartya SenĀ en filosofe Martha Nussbaum, is het essentieel dat mensen de vrijheid hebben om hun leven vorm te geven op basis van hun eigen capaciteiten. Een verplichting tot begeleiding kan deze vrijheid beperken, zeker wanneer het gaat om volwassenen die zelfstandig functioneren.
Vanuit het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (CRPD), dat Nederland heeft geratificeerd, is het uitgangspunt dat mensen met een beperking volwaardig moeten kunnen deelnemen aan de samenleving, inclusief recreatieve activiteiten. Beleidsmaatregelen die dit belemmeren, zoals verplichte begeleiding zonder individuele beoordeling, kunnen in strijd zijn met dit verdrag.
Tot slot raakt deze casus aan het spanningsveld tussen veiligheid en inclusie. Hoewel veiligheid een legitiem belang is voor organisaties, mag dit niet leiden tot disproportionele uitsluiting. Een genuanceerde risicoanalyse en maatwerk zijn hierbij cruciaal.




Opmerkingen