top of page

Autisme en Borderline: wanneer twee werelden elkaar raken

Bijgewerkt op: 17 aug

Vrouw zit op straat
Autisme en Borderline

Autisme (ASS) en borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) lijken op het eerste gezicht ver van elkaar te staan. Toch melden clinici en patiënten regelmatig overlap en comorbiditeit. Dit blog verkent hoe deze twee aandoeningen elkaar kunnen beïnvloeden, welke uitdagingen dit oplevert en welke perspectieven er bestaan.


Hoewel cijfers uiteenlopen, geeft klinische ervaring aan dat echte comorbiditeit tussen ASS en BPS niet heel gewoon is. Soms wordt ASS overgediagnosticeerd bij mensen met emotionele dysregulatie, of vice versa. Toch zijn er patiënten bij wie beide diagnoses zorgvuldig zijn gesteld, met symptomen die in beide domeinen passen.


Diagnostische uitdagingen

Bij de diagnose van ASS en BPS spelen verschillende factoren:

  • De beginleeftijd: ASS toont vroeg ontwikkelingsgedrag, BPS manifesteert zich vaak vanaf de adolescentie.

  • Symptom overlap: emotionele dysregulatie, moeite met sociale signalen en identiteitsinstabiliteit komen in beide voor.

  • Maskeren en externaliseren: vooral vrouwen met ASS kunnen sociale maskering vertonen, terwijl BPS-patiënten soms ASS-kenmerken claimen om externe verklaringen te vinden.

Een zorgvuldig anamneseonderzoek, inclusief kinderontwikkeling en emotionele patronen, is cruciaal om de juiste inschatting te maken.


Verschillende perspectieven


Het klinische perspectief

Psychiater A ziet zelden authentieke comorbiditeit, maar waarschuwt voor zowel onder- als overdiagnose van BPS. Psychotherapeut B benadrukt dat symptomen altijd in gradaties voorkomen en raadt gestandaardiseerde meetinstrumenten aan (bijv. PID-5, RAADS).


Het onderzoeksperspectief

Onderzoekers in de HiTOP-beweging pleiten voor symptoomprofilering in plaats van dichotome labels. Zij onderzoeken overlap in emotionele dysregulatie en interpersoonlijke moeilijkheden.


Het patiëntenperspectief

Veel mensen met BPS identificeren zich tijdelijk met een ASS-label via online gemeenschappen, vaak om een verklaring te vinden voor relationele problemen. Autistische patiënten ervaren soms frustratie als BPS te laat herkend wordt, omdat ze geen kader voor emotionele instabiliteit krijgen.


Ervaringsverhaal

Sophie (27) kreeg op haar twaalfde de diagnose ASS. Ze leerde omgaan met sensorische gevoeligheden, maar worstelde in haar tienerjaren met heftige stemmingswisselingen en verlatingsangst. Pas op haar twintigste besprak haar huisarts de mogelijkheid van BPS toen Sophie zichzelf herkende in de beschrijving van instabiele relaties en zelfbeeld.

In therapie ontdekte ze dat sommige uitbarstingen voortkwamen uit sensorische overload, andere uit angst voor afwijzing. Door beide diagnoses te erkennen, kon ze werken aan structuur in haar dagritme én haar emotioneel zelfbewustzijn. Ze volgt nu zowel sociale vaardigheidstrainingen voor ASS als dialectische gedragstherapie voor BPS.

Behandelimplicaties

Een geïntegreerd behandelplan kan er als volgt uitzien:


  • Psycho-educatie over ASS en BPS, zodat de patiënt symptoomherkenning ontwikkelt.

  • Dialectische gedragstherapie (DGT) gericht op emotie­regulatie en interpersoonlijke effectiviteit.

  • Autisme-adaptaties: visuele schema’s, voorspelbare sessies en sensorische pauzes.

  • Gezins- of netwerkbegeleiding om misverstanden en frustraties te verminderen.


Een multidisciplinair team van psychiater, psychotherapeut en ergotherapeut kan de beste uitkomst bieden. De combinatie van ASS en BPS blijft een complex en soms raadselachtig gebied. Echte comorbiditeit is mogelijk maar zeldzaam, terwijl overlap in symptomen vaak voor diagnoseverwarring zorgt. Door meerdere perspectieven te integreren en een ervaringsverhaal zoals dat van Sophie, krijgt de behandeling meer diepgang en maatwerk. Uiteindelijk draait het om erkenning, begrip en een behandelplan dat recht doet aan alle aspecten van iemands unieke profiel.


Focus op Borderline (BPS)

Misschien een beetje offtopic, maar wat is Borderline en wat moet je hier beslist over weten, we duiken er even verder in. De term borderline werd in 1938 geïntroduceerd door psychiater Adolph Stern. Hij gebruikte het om mensen te beschrijven die zich bevonden op de grens tussen neurose en psychose.


Inmiddels weten we dat borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) een complexe en veelzijdige aandoening is, die zich niet zomaar in één hokje laat plaatsen. Juist daardoor bestaan er veel misverstanden en vooroordelen over mensen met BPS. Er is geen standaardtype. De diagnose wordt gesteld op basis van negen criteria, waarvan er minimaal vijf aanwezig moeten zijn. Binnen die groep is veel variatie in hoe de symptomen zich uiten.


  1. Hevige angst om verlaten te worden - Enorme inspanningen doen om echte of ingebeelde verlating te voorkomen.

  2. Instabiele en intense relaties - Relaties wisselen vaak tussen idealisering (iemand op een voetstuk zetten) en devaluatie (iemand volledig afwijzen).

  3. Identiteitsstoornis - Een sterk wisselend of vaag zelfbeeld, bijvoorbeeld onzekerheid over wie je bent of wat je wilt.

  4. Impulsiviteit in minstens twee schadelijke gebieden. - Bijvoorbeeld geld uitgeven, seks, drugs, roekeloos rijden of eetbuien.

  5. Recidiverende suïcidale gedragingen of zelfbeschadiging - Denk aan snijden, branden of andere vormen van zelfverwonding, vaak als manier om met emoties om te gaan.

  6. Sterke stemmingswisselingen - Intense, snel wisselende stemmingen die meestal enkele uren tot een paar dagen duren.

  7. Chronisch gevoel van leegte - Een diep, aanhoudend gevoel van zinloosheid of innerlijke leegte.

  8. Intense woede of moeite om woede te beheersen - Bijvoorbeeld frequente driftbuien, sarcasme, bitterheid of fysieke agressie.

  9. Paranoïde gedachten of dissociatie onder stress - Tijdelijke paranoïde ideeën of het gevoel los te staan van jezelf of de werkelijkheid, vooral in stressvolle situaties.


Hoewel vrouwen vaker de diagnose krijgen, kunnen ook mannen borderline hebben. Mogelijk zoeken vrouwen sneller hulp, terwijl mannen met BPS vaker gedragsproblemen vertonen en daardoor soms een andere diagnose krijgen, zoals antisociale persoonlijkheidsstoornis.

Mensen met BPS ervaren intense emoties en snelle stemmingswisselingen. Dat kan soms onvoorspelbaar lijken, maar betekent niet dat ze onbetrouwbaar zijn. Vaak worden ze zelf ook verrast door hun gevoelens.


Relaties met iemand met BPS kunnen uitdagend zijn, maar zeker niet onmogelijk. Mensen met borderline zijn vaak juist heel gevoelig en verlangen naar verbinding. Begrip en goede communicatie zijn essentieel. Wat soms lijkt op aandachttrekkerij, is vaak een uiting van diepe emotionele pijn. Angst voor verlating of afwijzing kan leiden tot gedrag dat voor buitenstaanders moeilijk te begrijpen is.


Zelfbeschadiging en impulsief gedrag komen regelmatig voor bij BPS. Dit betekent niet altijd dat er sprake is van een doodswens, maar het kan wel risicovol zijn. Professionele hulp is dan belangrijk. Mensen met BPS zijn meestal niet gevaarlijk voor anderen. Wel kunnen relaties intens zijn door de heftigheid van hun emoties, wat soms tot conflicten leidt.


Erfelijkheid speelt een rol, maar BPS ontstaat meestal door een combinatie van aanleg en ingrijpende ervaringen, zoals trauma’s in de jeugd. Met de juiste behandeling, zoals psychotherapie, kunnen mensen met BPS leren omgaan met hun emoties en gedrag. Bij ongeveer de helft van de mensen verdwijnt de diagnose uiteindelijk volledig.


Theoretisch Kader Overzicht van studies over autisme en borderline persoonlijkheidsstoornis


1. Comorbidity and Overlaps between Autism Spectrum and Borderline Personality Disorder: State of the Art

Dell’Osso L, Cremone IM, Nardi B, et al. onderzochten klinische en epidemiologische gegevens en concluderen dat mensen met BPS vaker subklinische autistische trekken vertonen en dat bij een deel van de ASS-populatie borderline-kenmerken opduiken. Ze pleiten voor geïntegreerde diagnostiek en behandeling waarbij beide spectra erkend worden.


2. The overlap between autistic spectrum conditions and borderline personality disorder

Dudas RB, Lovejoy C, Cassidy S, Allison C, Smith P, Baron-Cohen S. voerden een grootschalige PLoS ONE-studie uit en vonden dat volwassenen met BPS significant hogere scores hebben op autismevragenlijsten, en andersom hogere BPS-traits bij ASS-groepe­ringen. Deze bevinding onderstreept de klinische relevantie van symptoom­overlap en het belang van grondige evaluatie.


3. The interface of autism and (borderline) personality disorder

Zavlis O, Tyrer P. bespreken in een gasteditorial in The British Journal of Psychiatry hoe persoonlijkheidsproblematiek inherent kan zijn aan het autistische spectrum. Zij integreren de misdiagnose- en comorbiditeitspunten door voor te stellen dat persoonlijkheids­stoornissen dimensioneel gezien een onderdeel vormen van neurodivergentie, terwijl ASD-kenmerken niet per se bij elke PD voorkomen.

Opmerkingen


Laat een eenmalige donatie achter en krijg toegang tot exclusieve blogs en programma's.
bottom of page