top of page

Hoe een robot kinderen met autisme helpt om anderen beter te begrijpen

ree

Stel je voor: een kind met autisme leert sociale vaardigheden door te praten met een robot. Klinkt als sciencefiction? Dat is het niet!

Een nieuwe studie uit ItaliĆ« laat zien dat een humanoĆÆde robot – iCub – kinderen met autisme echt kan helpen om beter te begrijpen wat anderen denken en voelen. Dit noemen we ā€œTheory of Mindā€ (ToM), een belangrijk onderdeel van sociale communicatie.


Wat is Theory of Mind?

Theory of Mind betekent dat je snapt dat andere mensen gedachten, gevoelens en wensen hebben die anders zijn dan die van jou. Voor veel kinderen met autisme is dit lastig. Ze vinden het moeilijk om in te schatten wat iemand anders denkt of voelt. Dat maakt sociale situaties soms verwarrend of stressvol.


Wat deden de onderzoekers?

De onderzoekers werkten met 32 kinderen met autisme, gemiddeld 7,5 jaar oud. Ze vergeleken drie soorten therapie:

  • Standaardtherapie: zoals gedragstherapie (ABA), logopedie en sociale vaardigheidstraining.

  • Robottraining: kinderen oefenden sociale situaties met de robot iCub.

  • Menselijke controletraining: dezelfde oefeningen als met de robot, maar dan met een therapeut in plaats van een robot.

De kinderen deden rollenspellen in nagebouwde cafƩs en bioscopen. Ze leerden bijvoorbeeld hoe je een bestelling plaatst, hoe je reageert op een verzoek, en hoe je merkt wat iemand wil.


Wat kwam eruit?

De resultaten waren opvallend:

  • Kinderen die met de robot oefenden, verbeterden duidelijk in hun sociale vaardigheden.

  • Kinderen die alleen standaardtherapie kregen, lieten geen verbetering zien op korte termijn.

  • Kinderen die dezelfde oefeningen deden met een mens in plaats van een robot, verbeterden ook niet.

Kortom: het was niet alleen de oefening die hielp, maar echt de robot zelf.


Waarom werkt een robot zo goed?

  • Voorspelbaarheid: De robot doet altijd hetzelfde. Dat geeft rust.

  • Geen oordeel: Kinderen voelen zich minder bekeken of beoordeeld.

  • Leuke interactie: De robot beweegt, praat en reageert op een vriendelijke manier.

Therapeuten merkten dat kinderen langer gefocust bleven en meer plezier hadden tijdens de robottraining.


Wat betekent dit voor ouders en therapeuten?

Deze studie laat zien dat robots een waardevolle aanvulling kunnen zijn op bestaande therapieƫn. Ze vervangen therapeuten niet, maar kunnen helpen om bepaalde vaardigheden sneller en leuker aan te leren. Vooral voor kinderen die goed reageren op technologie, kan dit een mooie extra zijn.


Wat nu?

De onderzoekers willen dit soort robottrainingen verder ontwikkelen en testen met andere robots. Ze hopen dat dit soort therapieĆ«n in de toekomst breder beschikbaar worden – ook buiten laboratoria, in gewone behandelcentra.

Wil je meer weten over robottherapie of heb je vragen over hoe dit werkt in de praktijk? Laat het ons weten via autismeportaal.nl  – we denken graag met je mee!


Theoretisch kader: Robottherapie en Theory of Mind bij kinderen met autisme

1. Autisme en sociale cognitie

Autisme Spectrum Stoornis (ASS) is een neurodiverse ontwikkelingsstoornis die zich kenmerkt door beperkingen in sociale communicatie, herhalend gedrag en moeite met het begrijpen van sociale signalen. Een belangrijk onderdeel van sociale cognitie is het vermogen om gedachten, gevoelens en intenties van anderen te begrijpen – ook wel bekend als Theory of MindĀ (ToM).

Kinderen met ASS hebben vaak moeite met ToM-taken, zoals het herkennen van emoties, het begrijpen van sociale regels, en het inschatten van wat anderen denken. Dit belemmert hun vermogen om soepel te communiceren en relaties op te bouwen.

2. Traditionele interventies

Veel bestaande interventies, zoals Applied Behavior Analysis (ABA), richten zich op het aanleren van sociale vaardigheden via gestructureerde oefeningen en beloningssystemen. Hoewel ABA effectief is op lange termijn, zijn de oefeningen vaak repetitief en kunnen ze stressvol zijn voor kinderen die gevoelig zijn voor onverwachte prikkels.

Daarnaast worden ToM-trainingen vaak uitgevoerd met poppen, kaarten of rollenspellen met therapeuten. Deze methoden missen soms de dynamiek en voorspelbaarheid die kinderen met ASS nodig hebben om optimaal te leren.

3. Robottherapie als innovatieve benadering

Sociale robots, zoals de iCub, bieden een nieuwe manier om ToM-vaardigheden aan te leren. Ze combineren menselijke kenmerken (zoals gezichtsuitdrukkingen, oogcontact en gebaren) met technologische voordelen:

  • Consistentie: Robots reageren altijd op dezelfde manier, wat voorspelbaarheid biedt.

  • Aanpasbaarheid: Robots kunnen worden geprogrammeerd om oefeningen aan te passen aan het niveau van het kind.

  • Engagement: Kinderen vinden robots vaak leuk en blijven daardoor langer gefocust.

Volgens sociaal-cognitieve leertheorieƫn (zoals die van Bandura) leren kinderen door observatie en imitatie. Robots kunnen hierbij fungeren als veilige, niet-oordelende modellen die sociale gedragingen voordoen.

4. Onderzoeksonderbouwing

De studie van Ghiglino et al. (2025) toont aan dat robottherapie leidt tot significante verbeteringen in ToM-vaardigheden bij kinderen met ASS, gemeten met de NEPSY-II test. In vergelijking met standaardtherapie en een menselijke controlegroep, scoorden kinderen die met de robot werkten hoger op taken zoals perspectief nemen en het herkennen van intenties.

Deze resultaten ondersteunen het idee dat robottherapie niet alleen een leuke aanvulling is, maar ook een effectief hulpmiddel kan zijn binnen bestaande behandeltrajecten.

Opmerkingen


Laat een eenmalige donatie achter en krijg toegang tot exclusieve blogs en programma's.
€
bottom of page